Stof uit de Sahara verplaatst zich sinds het weekend naar West-Europa.
De hoogste concentraties worden verwacht op het Iberisch schiereiland, in Frankrijk en in de Benelux-landen. Ze zouden zelfs het zuiden van Scandinavië kunnen bereiken. De komst van dit stof hangt samen met het aanhouden van een zuidelijke stroming boven West-Europa. Deze stroming circuleert tussen een hogedruksysteem boven het oosten van het continent en lagedrukgebieden boven de Atlantische Oceaan.
Bovendien was een lagedruksysteem verantwoordelijk voor aanhoudende wind boven het noorden van Algerije, wat een extra factor was bij het doen opwaaien van stof in de woestijn. Een deel van het stof dat zo van het woestijnoppervlak wordt geblazen, stijgt op en kan de bovenste lagen van de atmosfeer bereiken waar het door wind wordt verplaatst naar gebieden die soms duizenden kilometers verderop liggen.
Dit soort gebeurtenissen is niet zo zeldzaam en kan zich verschillende keren per jaar voordoen. De laatste vond begin februari plaats (4-7 februari).
In de meest getroffen gebieden kan de hemel van kleur veranderen en een meer "melkachtig" uitzicht krijgen met "warme" tinten (oranje, rood). Soms wordt er afzetting waargenomen op oppervlakken (auto's, ruiten, enz.), vooral wanneer er neerslag valt en zwevend stof naar het oppervlak wordt geduwd.
Het stof is waargenomen door onze LIDARs, tussen 2000 en 4000 m hoogte, enerzijds.
Anderzijds vertonen de satellietbeelden vandaag een korrelige structuur van hoge wolken, die kenmerkend is voor de aanwezigheid van stof.