Stormen in België: ontdek de namen voor het stormseizoen 2025-2026

Elk jaar, bij het begin van de herfst, maken de Europese weerdiensten de lijst bekend met namen die toegekend zullen worden aan stormen die België en haar buurlanden mogelijk treffen. Voor het seizoen 2025–2026 is een nieuwe reeks namen gekozen om het publiek beter bewust te maken van gevaarlijke weersverschijnselen.

Onze meteoroloog Thomas Vanhamel legt uit: “Een storm een naam geven betekent niet alleen dat je er een etiket op plakt. Het is er vooral op gericht mensen voldoende aandacht te laten besteden aan het fenomeen. Wanneer een storm een naam krijgt, is het makkelijker voor de media en het publiek om erover te praten, informatie te delen en zich voor te bereiden. Het is een eenvoudige maatregel die burgers kan helpen om veilig te blijven.”

Dit systeem werd in 2017 in België ingevoerd door het KMI, in samenwerking met zijn Europese tegenhangers (AEMet in Spanje, IPMA in Portugal, en anderen), met als doel de communicatie en preventie te verbeteren. De voornamen worden gezamenlijk gekozen door de meteorologische instituten van vijf landen.

België koos dit jaar voor de naam Ingrid, als eerbetoon aan Ingrid Daubechies, een Belgische wiskundige en natuurkundige die wereldwijd bekend is om haar werk in de harmonische analyse, en in het bijzonder voor haar essentiële bijdrage aan de ontwikkeling van 'wavelets', een fundamenteel wiskundig instrument in signaal- en beeldverwerking.

Hoe en wanneer krijgt een storm een naam?

In 2015 begonnen de weerdiensten van Groot-Brittannië en Ierland systematisch namen toe te kennen aan stormen. In de jaren daarna sloten andere Europese landen zich bij dit initiatief aan.

Europa werd onderverdeeld in zes zones, elk met een eigen namenlijst. Zodra één land een storm een naam geeft, wordt diezelfde naam gebruikt door alle andere landen binnen die zone. Zo wordt voorkomen dat eenzelfde storm in verschillende landen een andere naam krijgt, wat verwarring zou kunnen veroorzaken.

België maakt deel uit van de zogenaamde "zuidwest-groep". Het KMI werkt jaarlijks samen met collega’s uit Frankrijk, Luxemburg, Spanje en Portugal om een nieuwe lijst op te stellen. Net zoals bij orkanen in Amerika worden de namen alfabetisch gerangschikt, met afwisselend vrouwelijke en mannelijke voornamen.

Vanaf het moment dat een weerdienst een oranje of rode waarschuwing afgeeft voor een storm over een uitgestrekt gebied (dus niet lokaal), krijgt die storm een naam van de lijst. Uitzonderlijk kan dit ook gebeuren bij stormdepressies waarvoor geen oranje of rode waarschuwing voor wind wordt uitgegeven, maar waarvan de impact toch als aanzienlijk wordt beschouwd. Een recent voorbeeld is storm Darcy in 2021, die werd

genoemd door het Nederlandse KNMI, met een weerwaarschuwing voor gladheid (en niet voor wind).

Wat met de stormen van het vorige seizoen?

Aangezien er tussen 1 september 2024 en 31 augustus 2025 weinig significante stormen waren, werden er ook weinig stormnamen gebruikt. Het KMI heeft zelf geen stormen “gedoopt”, al zijn er wel enkele (zij het in beperkte mate) in de buurt van België gepasseerd.

Een bijzondere storm kreeg de naam Laurence, ter ere van Laurence Broze, een Belgische professor in de wiskunde en statistiek die haar carrière uitbouwde in Frankrijk, aan de universiteit van Lille. Ze is ook voorzitter van de vereniging Femmes et Mathématiques. Het KMI wou hiermee het belang van vrouwen in de wetenschap en de belangrijke rol van wiskunde in de meteorologie onderstrepen.

Storm Laurence zorgde voor veel schade en overstromingen in de Spaanse regio Andalusië.

Cookies opgeslagen