De klimaatverandering zet zich door, ook tijdens de coronacrisis. De concentraties van broeikasgassen in de atmosfeer bereiken nog steeds hogere recordwaardes. Na een tijdelijke afname in de uitstoot van broeikasgassen als gevolg van de lockdown en de economische en sociale gevolgen van de coronacrisis, zien we nu opnieuw een stijging van de uitstoot. De laatste vijf jaar zullen ook de warmste zijn sinds het begin van de metingen. Deze opwarmende trend zal zich heel waarschijnlijk voortzetten, waardoor de afgesproken doelstellingen van het Akkoord van Parijs om de wereldwijde temperatuurstijging onder de 2°C of 1,5°C opwarming t.o.v. de pre-industriële niveaus te houden, in het gedrang komen.
In een nieuw rapport van de Verenigde Naties, United in Science 2020, benadrukken verschillende toonaangevende wetenschappelijke organisaties de toenemende en onomkeerbare gevolgen van de klimaatverandering. Gletsjers, oceanen, natuur, economie en menselijke levensomstandigheden ondergaan negatieve veranderingen. Bovendien kaart het rapport aan hoe de coronacrisis impact heeft op het wereldwijde observatiesysteem.
Broeikasgasconcentraties in de atmosfeer blijven stijgen
Ondanks de lagere CO2-uitstoot tijdens de lockdown, blijven de atmosferische concentraties ervan stijgen. De referentiestations van het Global Atmosphere Watch (GAW) netwerk van de WMO rapporteerden in de eerste helft van 2020 CO2-concentraties van meer dan 410 deeltjes per miljoen of parts per million (ppm). Zo werden in juli 2020 op Mauna Loa (Hawaii) en Cape Grim (Tasmanië) respectievelijk 414,38 ppm en 410,04 ppm geregistreerd, tegenover 411,74 ppm en 407,83 ppm in juli 2019.
De tijdelijke vermindering in de uitstoot van CO2 in 2020 zal slechts een beperkte invloed hebben op de snelheid van de toename van de atmosferische concentraties. Dit is te wijten aan de enorme vroegere en huidige uitstoot en aan de zeer lange levensduur van CO2. Aanhoudende emissiereducties tot een netto nuluitstoot brengen, zijn noodzakelijk om de klimaatverandering te stabiliseren.
Globale uitstoot uit fossiele brandstoffen
De wereldwijde methaanuitstoot door menselijke activiteiten is de afgelopen tien jaar verder toegenomen. De huidige uitstoot van zowel CO2 als methaan is niet verenigbaar met de emissiescenario's die in overeenstemming zijn met de doelstellingen van het Akkoord van Parijs.
Globale klimaatopwarming
De gemiddelde globale temperatuur voor 2016-2020 zal naar verwachting de warmste zijn sinds het begin van de metingen: ongeveer 1,1°C boven de referentieperiode van de pre-industriële periode (1850-1900) en 0,24°C warmer dan de globale gemiddelde temperatuur voor de periode 2011-2015.
In de vijfjarige periode 2020-2024 is de kans dat de temperatuur gedurende ten minste één jaar 1,5 °C boven het pre-industriële niveau stijgt 24%. Het is waarschijnlijk (~70% kans) dat één of meer maanden in de komende vijf jaar minstens 1,5 °C warmer zijn dan de pre-industriële niveaus.
We zijn dus niet op schema om de temperatuurstijging tot onder de 1,5°C of 2°C opwarming te houden tegen het einde van de eeuw.
Gevolgen voor de oceanen en de cryosfeer
De gevolgen van de klimaatverandering slaat trapsgewijs toe van de bergtoppen tot in de diepte van de oceanen. De oceaan is warmer en zuurder geworden. De zeespiegel stijgt sneller door het afsmelten van ijs aan de polen. Het afsmelten van gletsjers en sneeuw bedreigt ook de watervoorziening stroomafwaarts van berggebieden.
Gevolgen van de coronacrisis op aardobservatiesystemen
De COVID-19-pandemie heeft wereldwijd aanzienlijke gevolgen voor de observatiesystemen, die op hun beurt de kwaliteit van de voorspellingen en andere weer-, klimaat- en oceaangerelateerde diensten beïnvloeden.
De vermindering van het aantal waarnemingen door vliegtuigen met gemiddeld 75% tot 80% in maart en april heeft de voorspellingen van de weermodellen verslechterd. Sinds juni is er slechts sprake van een licht herstel.